Sluiten

Je gebruikt een sterk verouderde browser. Upgrade je browser om je surf ervaringen te verbeteren.

Menu

7 tips voor steengoede vakantiefoto’s

Na een jaar lang hard werken eindelijk op vakantie? Uiteraard wil je dat vastleggen op de gevoelige plaat om de volgende werkmaanden al nostalgisch te kunnen verduren. Geen behoefte aan die cliché vinger-op-de-lensfoto, de toren van Pisa ‘om te duwen’, het topje van een piramide ‘vast te nemen’ of te ‘bellen’ in een Londense telefooncel? Lees dan de zeven tips hieronder en laat een frisse wind over je vakantiefotoalbum waaien. 

Na een jaar lang hard werken eindelijk op vakantie? Uiteraard wil je dat vastleggen op de gevoelige plaat om de volgende werkmaanden al nostalgisch te kunnen verduren. Geen behoefte aan die cliché vinger-op-de-lensfoto, de toren van Pisa ‘om te duwen’, het topje van een piramide ‘vast te nemen’ of te ‘bellen’ in een Londense telefooncel? Lees dan de zeven tips hieronder en laat een frisse wind over je vakantiefotoalbum waaien.

1. Gebruik de zoom-knop

Als je niet wil dat het interessante object dat je wil fotograferen compleet in de achtergrond vervaagt, sluit je best vriendschap met de zoom-knop. Individuele details kunnen immers net zoveel over de gefotografeerde plek zeggen dan een groter plaatje. Ook zorg je best dat als je een kiekje neemt op een toeristische plek, je geen andere onbekende toeristen mee fotografeert. Naast het irritante 'waar-is-Waldo-effect' dat je zo bereikt, moet je bovendien ook rekening houden met auteursrechten.

2. Geen flash binnenshuis

Misschien de grootste valkuil van de kluchtigste der onooglijke vakantiekiekjes: een overdaad aan flitslicht. Denk rode ogen, bleke gezichten en vale, koude kleuren. Allerminst flatterend, zelfs voor de genetische lottowinnaars onder ons. Buitenshuis kan de flashknop wazige beelden verscherpen en voor een subliem lichteffect zorgen, maar eenmaal binnen laat je deze knop best onaangeroerd. Binnenshuis fotograferen doe je dan best dichtbij een raam of deur, of met artificieel lamplicht, dat je trouwens ook nog perfect kan richten.

3. Neem véél foto’s

Een prachtige achtergrond, subliem belicht, hemelse contrasten… enkel zijn de ogen van je lief gesloten. Voorkom deze behoorlijke domper op je vakantie en neem zoveel mogelijk foto’s. Zelfs luttele details als een kleine wijziging in camerahoek kunnen het verschil maken tussen een fotografisch juweeltje en amateuristisch grofvuil. Als je fototoestel een continue opnamefunctie heeft, kan deze zeker ook soelaas bieden.

4. Vermijd fel zonlicht

Het beste licht voor fotografie is net na zonsopgang en net voor zonsondergang. Dit zogenaamde ‘magische uur’ verlicht je taferelen met een warme, gouden gloed. Zoek dus een balans tussen lang uitslapen en de mooist verlichte kiekjes van je vakantie. Bovendien vermijd je de grote stormloop van toeristen, wat het 'waar-is-Waldo-effect' op je foto kan uitlokken (zie tip 1). Als je toch ’s middags enkele kiekjes wil nemen, doe je dat tegen traditioneel advies én tegen de zon in. Probeer wel een object als de takken van een boom het felle zonlicht enigszins te laten temperen voor een buitengewoon contrast.

5. Fotografeer het onverwachte

Niets zo ergerlijk en onflatteus als de poseer-voor-een-monumentfoto. Hou daarom steeds je fototoestel bij de hand en probeer het spontane vast te leggen. Laat ook je soepelste zelf zien en probeer eens vanuit andere hoeken dan ooghoogte te fotograferen. Kikkerperspectief (laag bij de grond) laat je objecten groots lijken, ideaal dus voor imposante monumenten of kerktorens. Vogelperspectief (een zo hoog mogelijke hoek) doet dan weer het omgekeerde en kan ook voor een origineel effect zorgen. Ook zet je het subject van je foto niet telkens centraal, maar volg je de ‘Rule of Thirds’: beeld je kruisende lijnen van de boven-, onder- en zijkanten in en plaats je belangrijkste voorwerp of persoon hier voor een interessantere compositie.

6. Bewerk je foto’s ... met mate

Bewerkprogramma’s als Photoshop en Indesign zijn uiterst handige hulpmiddelen om een zonnige gloed op je vakantiekiekjes te laten schijnen, ook al was er geen straal te bespeuren. Overdrijf hier wel niet in en zet niet op elke foto een Instagramfilter. Rode ogen en een verdwaalde vinger in de hoek mogen wel gerust weggebonjourd worden.

7. Filter je foto’s vooraleer te publiceren

In tip 3 hebben we gezegd dat je zoveel mogelijk foto’s moet nemen. Dat sluit echter niet uit dat je niets mag verwijderen en alles integraal moet etaleren. Afsluiten doen we dan ook niet zozeer met een tip om een goede reisfoto te maken, maar eerder om de ergernis van je Facebook-, Twitter en Instagramvrienden te beteugelen. Snoei in het algemeen je fotocollectie, maar beperk ook de ‘kijk-hoe-verliefd-we-zijn’-foto’s. De vakantiefoto’s op zichzelf zullen al genoeg jaloezie uitlokken, dus pijnig je single collega’s dan ook niet nóg meer.